De 3-fasen

De 3-fasen

Profvoetballers verhuizen in hun loopbaan gemiddeld zes keer vanwege hun carrière.
Van hen komt 40% terecht bij een club in een nieuw land met een andere cultuur.

In de sportwereld is veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de uitdagingen waar sportmigranten tegenaan lopen tijdens hun verhuizing naar een nieuwe omgeving.
Hieruit blijkt dat een overgang zonder de juiste begeleiding ertoe kan leiden dat de speler zijn carrière in het buitenland opgeeft en na korte tijd terugkeert naar zijn thuisland.

Op basis van verschillende wetenschappelijke studies hebben wij onze eigen methodiek ontwikkeld waarin we drie fasen onderscheiden in de overgang naar en aanpassing aan een nieuwe culturele omgeving.

Het doel is dat spelers elke fase doorlopen, met als einddoel een succesvolle culturele, sociale, persoonlijke en atletische aanpassing.

  1. Pre-overgangsfase

Deze fase omvat het overwegen en plannen van een toekomstige verhuizing. Hier begint de voetballer zich psychologisch los te maken van zijn thuisomgeving. De speler zal worden voorbereid met informatie over zijn toekomstige teamgenoten, coaches, (club)cultuur en de algemene sociaal-culturele omgeving van de desbetreffende bestemming

  1. Aankomstfase

Deze fase betreft de ervaringen die de voetballer doormaakt kort na zijn verhuizing. In deze fase moet de speler een nieuwe lokale cultuur en sociale context leren begrijpen en zich aanpassen. Tijdens de aankomstfase kan de speler moeite hebben met het missen van het sociale netwerk van familie en vrienden, vaste dagelijkse routines, het klimaat of hogere trainingsniveaus.

  1. Culturele, sociale, en sportieve aanpassingsfase

Dit is een verlenging van de aankomstfase en verwijst naar atletische, psychologische, psychosociale, culturele en omgevingsaanpassing. Dit is van toepassing wanneer een voetballer voor een langere periode in een nieuw land verblijft. Per niveau sommen we onderstaand op welke uitdagingen spelers tegen kunnen komen.

Atletisch niveau: hoger niveau competitie, hoger tempo, zwaardere training, fysiek sterkere tegenstanders.
Psychosociaal niveau: nieuwe coach, nieuwe teamgenoten, agenten, familie.
Cultureel & omgevingsniveau: eenzaamheid, moeite met aanpassen aan nieuwe cultuur en omgeving, onzekerheid, heimwee.
Psychologisch niveau: adolescentie, sociale vergelijking.